Dwangmedicatie

Dwangmedicatie

KC23-033 12 september 2023

 

Uitspraak onafhankelijke klachtencommissie Wvggz Gelderland Midden en Zuid

 

 

Inzake : [klaagster]
Klachtnummer : KC23-033
Instelling : Pro Persona
Datum ontvangst klacht : 31 augustus 2023
Schorsingsverzoek : Ingetrokken
Datum hoorzitting : 08 september 2023
Datum beschikking : 12 september 2023

 

  

 

Aanwezig bij de hoorzitting

[XX] (klaagster)

[XX] (PVP)

 

[XX] (verweerder)

 

[XX] (voorzitter klachtencommissie/jurist)

[XX] (psychiater) 

[XX] (verpleegkundige)

 

[XX] (ambtelijk secretaris Wvggz klachtencommissie)

 

 

Juridische status

Zorgmachtiging

 

 

Klacht

Klacht tegen verplichte depotmedicatie.  

 

 

Procesverloop

De klachtencommissie heeft op 31 augustus 2023 een klacht ontvangen inzake depotmedicatie als onderdeel van de verplichte zorg. Op 1 september 2023 heeft klaagster haar schorsingsverzoek ingetrokken omdat het volgende depot gepland staat voor 19 september 2023. Dat is ná de uitspraak van de klachtencommissie op deze klacht.

Op 01 september 2023 zijn partijen geïnformeerd over de behandeling van de klacht en uitgenodigd voor de hoorzitting. Het verweer is op 04 en 05 september 2023 ontvangen per mail en naar partijen gezonden.      

De digitale hoorzitting heeft plaatsgevonden op 08 september 2-23. Bij die gelegenheid hebben partijen hun standpunt kunnen toelichten. Aan het einde van de hoorzitting heeft de voorzitter medegedeeld dat de commissie betrokkenen uiterlijk op 14 september 2023 schriftelijk zal informeren over haar uitspraak.     

 

De klachtencommissie heeft inzage gehad in de volgende stukken:

-           Ingediende klacht en toelichting;

-           Verweerschrift;

-           Medische verklaring d.d. 29-06-2023;

-           Bevindingen GD d.d. 30-06-2023;

-           Zorgplan/behandelplan d.d. 29-05-2023, 09-06-2023 en 27-06-2023;

-           Beschikking zorgmachtiging d.d. 20-07-2023;

-           Beslissing verlenen verplichte zorg d.d. 20-07-2023;

-           Overzicht medicatie;

-           Decursus 25-05-2023 t/m 04-09-2023;

-           Rapportage VPK 27-05-2023 t/m 01-08-2023.

 

 

Termijn

Het klaagschrift bevat een klacht tegen verplichte medicatie als omschreven in artikel 10:3 Wvggz. Deze klacht heeft betrekking op een beslissing waarvan het gevolg actueel is. Om die reden ziet de klachtencommissie zich gehouden binnen twee weken na ontvangst van het klachtenformulier een schriftelijke en gemotiveerde beslissing te nemen. Deze termijn loopt af op 14 september 2023.

 

 

Feiten

Klaagster is een [leeftijd] vrouw bekend met een psychotische kwetsbaarheid in het Schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. Klaagster kent een geschiedenis in de GGZ met meerdere opnames. De huidige opname was gebaseerd op een crisismaatregel.

 

Op 20 juli 2023 heeft de rechtbank Gelderland een zorgmachtiging afgegeven voor de duur van 6 maanden. Medicatie is hierin toegewezen als onderdeel van de verplichte zorg.

 

Standpunt van klaagster

Klaagster is het niet eens met de depotmedicatie omdat ze al voor de aanzegging besloten had niet meer naar die kerk te gaan en de lokale priester met rust te laten. Ze had dat niet meer tegen de behandelaar kunnen zeggen en werd toen toch opgepakt en er werd, tegen haar wil, medicatie toegediend. Naast dit argument is klaagster van mening dat ze niet psychotisch is en geen medicatie nodig heeft. Klaagster vindt dat het steeds dreigende depot haar juist belemmert in het contact. Ze voelt zich ook minder goed door de medicatie.

PVP vult aan dat er geen sprake is van ernstig nadeel. Klaagster heeft haar huis op orde, is goed in contact met haar familie en ook beter in contact met het Act-team. Ook valt ze de priester niet meer lastig. Deze verbeteringen waren al gaande voor de start van de medicatie. Klaagster is daarom van mening dat de verplichte zorg niet voldoet aan het subsidiariteitsbeginsel.  

 

 

Standpunt van verweerder

Verweerder vertelt dat klaagster eerder depot heeft gehad. Ze heeft daartegen een klacht ingediend die om formele redenen gegrond is verklaard door de klachtencommissie. In die periode was er ook sprake van stalkingsgedrag. De wanen verbleekten door de werking van het depot. Door de uitspraak van de klachtencommissie in de eerdere klacht en de weerstand van klager is toen toch besloten depot te beëindigen. Drie maanden later, in juni 2023, kwamen er opnieuw signalen van stalking, ook van een lokale priester. De toegang tot de kerk werd klaagster ontzegd, maar vanuit haar psychose ging klaagster door met stalken, aldus verweerder. Er is toen een crisismaatregel aangevraagd en gestart met depotmedicatie aldus verweerder. Verweerder geeft aan dat de opmerking van klaagster dat zij zelf al besloten had om het stalkingsgedrag te stoppen, niet overeenkomt het haar gedrag tot aan de opname. Vanuit psychotisch gedrag bleef klaagster ook priester [naam] lastig vallen, ondanks verboden en een eerdere veroordeling. Klaagster heeft nu 2 keer depot gehad. Behandelaren verwachten dat het psychotisch toestandsbeeld zal verminderen als het depot zijn werk gaat doen.  Verweerder benoemt dat er geen ingang is voor vrijwillige behandeling en het ernstig nadeel dusdanig groot is dat verplichte medicatie onvermijdelijk is. Op basis van recent gedrag overweegt de officier van justitie opnieuw strafrechtelijke stappen. De verplichte zorg is daarom wel subsidiair en proportioneel aldus verweerder. Tenslotte geeft verweerder aan dat ook de familie van klaagster aangeeft dat zij beter in contact als zij medicatie krijgt.

 

De commissie vraagt aan klaagster wat haar kijk is op hetgeen gebeurd is nu zij ontkent dat er sprake was van een psychose. Klaagster antwoordt dat het komt door de verliefdheid op beide priesters waar zij gehoor aan heeft gegeven. Klaagster benoemt dat zij al 12 jaar verliefd is op priester [naam] en verwacht dat dit de rest van haar leven wel zo zal blijven. Klaagster licht toe dat zij [naam] recent gezien heeft. Daar is weer een politiemelding van gemaakt. Klaagster heeft hem een brief geschreven en die heeft hij aangenomen aldus klaagster. [naam] heeft klaagster ook laten weten dat hij het verbod voor klaagster om naar [plaats] te gaan niet zelf heeft genomen. Anderen hebben dit gedaan en zijn naam staat onder de brief, aldus klaagster. Twee weken geleden in Amsterdam heeft klaagster aan [naam] gevraagd of zij hem brieven mocht blijven schrijven. Daarop heeft hij positief geantwoord, vertelt klaagster ter zitting. Ze begrijpt daarom niet dat er weer een politiemelding van is gemaakt.  

 

Klaagster licht tijdens de hoorzitting toe dat ze liefst helemaal geen behandeling krijgt. Ze heeft zelf geen hulpvraag. Als het toch verplicht wordt dan is ze bereid om gesprekken te voeren met behandelaren. De gesprekken worden nu bemoeilijkt door de verplichte medicatie, aldus klaagster.  

 

De commissie heeft in de stukken gelezen dat de rechter op 26 mei 2023 een aanvraag voor een crisismachtiging niet heeft bekrachtigd. Wel is het advies gegeven aan klaagster om weg te blijven bij die kerk. De commissie vraagt aan klaagster waarom ze geen gehoor heeft gegeven aan dat advies om te voorkomen dat ze alsnog met een crisismaatregel opgenomen zou worden, zoals nu is gebeurd.

Klaagster licht toe dat er een live stream was om een kerkdienst bij te kunnen wonen. Daar werd door de priester gezegd dat je geesten moet volgen. De kerk is een open gebouw en toegankelijk voor iedereen. God staat boven de politie en de wet, aldus klaagster. Zij heeft toen geluisterd naar God en gehoor gegeven aan haar verlangen om naar de kerk gegaan. Ze heeft de preek beluisterd en is ter communie gegaan. Vanuit haar verliefdheid gaf klaagster de voorkeur aan het beleven van de mis in die betreffende kerk.

 

Op een vraag van de commissie over de schade in haar huis die klaagster niet wilde laten herstellen licht zij toe dat ze daar nog niet aan toe was. Er wordt nu aan gewerkt, aldus klaagster. Klaagster vond de schade meevallen maar anderen niet, vertelt zij ter zitting. Klaagster had het toilet uit de woning verwijderd omdat het stonk. Het gat had ze afgedekt. De stank is nu veel minder aldus klaagster. Ze heeft 1,5 jaar in het huis gewoond zonder toilet. Klaagster wil nu weer een toilet zodat ze logees kan ontvangen.  

 

In de slotronde benoemt klaagster dat ze gisteren een uitspraak heeft ontvangen van het gerechtshof over haar stalkingsgedrag. Er is een boete opgelegd van 300 euro. Als klaagster binnen 2 jaar weer de fout in gaat krijgt ze opnieuw een boete van 300 euro, met risico op een verhoogde boete. PVP appelleert namens klaagster aan het feit dat het contact met familie goed is, klaagster zich houdt aan het contactverbod en verbod om de kerk te bezoeken en zich de eventuele consequenties van haar gedrag realiseert. Ze pleit daarom voor beëindiging van de verplichte medicatie.

Verweerder antwoordt dat eerder gepoogd is te stoppen met medicatie maar dat dat 3 maanden later de klachten in alle hevigheid weer aanwezig waren en vervelende situaties opleverden bij de pastorie. Continueren van medicatie is noodzakelijk aldus verweerder. De benodigde stappen, zoals het uitreiken van een 8.9-brief, zijn hierin ook gezet aldus verweerder.  

 

 

BEVINDINGEN VAN DE COMMISSIE

 

Ontvankelijkheid klacht en bevoegdheid commissie

Op grond van artikel 10.3 van de Wvggz kan een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van de in dat artikel opgenomen bepalingen. Aangezien de klacht is gericht tegen de uitvoering van de verplichte zorg zoals bedoeld in artikel 8.9 Wvggz is de klacht ontvankelijk.

 

Gronden en overwegingen

Gelet op de ingebrachte stukken, de inhoud van de dossierstukken en het verhandelde ter zitting komt de klachtcommissie tot de volgende overwegingen.

Artikel 8:9 Wvggz bepaalt dat de zorgverantwoordelijke ter uitvoering van de (voortgezette) crisismaatregel en ter uitvoering van de zorgmachtiging een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg niet neemt, dan nadat hij:

  1. zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van betrokkene,
  2. met betrokkene over de voorgenomen beslissing overleg heeft gevoerd, en
  3. voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de geneesheer-directeur.

 

Allereerst en meer in het algemeen overweegt de commissie dat verplichte zorg bij psychiatrische patiënten een ernstige inbreuk is op hun persoonlijke levenssfeer en/of lichamelijke integriteit. Deze inbreuk dient dan ook met de nodige waarborgen omkleed te zijn. Daarom worden er zowel op juridisch als op medisch gebied eisen gesteld aan het mogen toepassen van verplichte zorg. Op juridisch gebied moet verplichte zorg voldoen aan de gronden van de Wvggz en aan vormvoorschriften als vastlegging van het zorgplan en het uitreiken van een voldoende gemotiveerde schriftelijke kennisgeving van de verplichte zorg.

 

Klaagster is een [leeftijd] vrouw bekend met een psychotische stoornis. Klaagster herkent zichzelf niet in dit beeld. Klaagster klaagt over de verplichte depot medicatie. Zij wil dat niet en heeft dit ook meermaals aangegeven aan verweerder. Klaagster is niet psychotisch en nooit geweest. Zij leeft gezond en eet biologisch, medicatie is slecht voor haar lichaam. Klaagster geeft aan dat er geen sprake is van ernstig nadeel. Haar huis is wel wat rommelig, maar schoon. Er is sprake van een kerkverbod en daar houdt zij zich aan.

 

Verweerder geeft aan dat klaagster als gevolg van haar psychose verliefd is op verschillende pastors, verbonden aan verschillende kerken en er is sprake van stalking van deze pastors. Daarnaast raakt zij de laatste jaren toenemend geïsoleerd en kan haar leven niet meer op orde houden.

Sinds 2021 is zij in beeld in verband met gevaarlijk gedrag in het verkeer, een verwaarloosde woning en geen reële sociale contacten meer. Klaagster is in 2022 meermaals opgenomen geweest op de [afdeling/plaatsnaam]. Aldaar is zij gedwongen ingesteld op depotmedicatie met verbeterde realiteitstoetsing en contactgroei tot gevolg, waardoor zij met ontslag kon. Direct na ontslag is zij, tegen haar eerdere belofte in, echter na 1 maand niet meer verschenen op de afspraken met het ACT –team. Klaagster was vanuit haar waan vertrokken naar [plaats] om daar een relatie aan te gaan met priester [naam]. Zij is aangehouden wegens stalking. Vanuit de penitentiaire inrichting is zij gedwongen opgenomen en ingesteld op verplichte medicatie. Na verbetering is een ambulante behandeling gestart. Behandelaren gingen mee in haar wens om medicatie niet meer gedwongen toe te dienen omdat het beter ging met haar. Na drie maanden kwam klaagster weer in beeld door stalking, overlast en de overtuiging dat ze in haar huis afgeluisterd werd. Klaagster werd opgenomen op de [afdeling] en behandeld met medicatie. Verweerder geeft aan dat de gedwongen zorg subsidiair is. Er is geen andere mogelijkheid om haar op vrijwillige wijze tot een behandeling te motiveren. De verplichte zorg is ook proportioneel omdat er zonder behandeling sprake is van ernstig nadeel als gevolg van het risico dat klaagster agressie over zichzelf afroept vanwege haar gedrag en is er een risico op verdere ernstige maatschappelijke teloorgang. Een andere belangrijke reden om de verplichte depotmedicatie door te zetten is dat het bij patiënte de stalking van priesters doet afnemen. Als klaagster hier mee doorgaat riskeert zij weer een gevangenisstraf.

 

Na klinische behandeling met verplichte depot medicatie is zij recentelijk ontslagen en ontvangt ambulante behandeling van ACT.

Het ernstig nadeel bestaat uit maatschappelijke teloorgang en risico op agressie van anderen door haar gedrag (stalking).

De behandeling van klaagster met verplichte medicatie laat een positief effect zien bij klaagster. Zo is zij met ontslag gegaan vanuit opname.

Het ernstig nadeel wordt hiermee bestreden. De behandeling is doelmatig, proportioneel, subsidiair en veilig. Dit maakt dat haar klacht ongegrond verklaard wordt.

 

 

Uitspraak

De klachtencommissie verklaart de klacht ongegrond.

 

 

Beroep

Klager, vertegenwoordiger of de zorgaanbieder kan door middel van een schriftelijk en gemotiveerd verzoekschrift bij de Rechtbank Gelderland beroep instellen tegen onderhavige uitspraak van de klachtencommissie. De termijn voor het indienen van een verzoekschrift bedraagt zes weken na de dag waarop de beslissing van de klachtencommissie aan de betrokkene is meegedeeld.

 

 

Aldus besloten te [plaats], 12 september 2023

namens de Wvggz klachtencommissie,

i/o

 

[voorzitter]

Voorzitter Wvggz Klachtencommissie

Aantal bladzijden: 5